Europa (het "Europese project", het streven naar samenwerking en het uitdragen van gezamenlijke waarden) is als zodanig een belangrijke voorwaarde voor het bestaan en functioneren van Europese ondernemingsraden. Zonder Europa zouden er hoogstwaarschijnlijk helemaal geen Europese ondernemingsraden zijn. De wijze waarop Europa zich in de afgelopen decennia heeft ontwikkeld tot een eenzijdig op de markt en op de financiële aspecten gericht besturingsfenomeen doet hieraan echter heel veel afbreuk. De waarden die worden uitgedragen (financieel beleid, marktwerking, prestatiemaatschappij) dragen niet (langer) bij aan de doelstelling om voor de burgers van Europa in de globaliserende samenleving een gezonde plek op aarde te creëren om te werken en te leven.
Vakbonden als promotors van een netwerksamenleving
We know that peer networks can work in the real world. The task now is to discover how far they can take us.
Steven Johnson, Future Perfect, 2012)
Als vakbonden en Europese ondernemingsraden hebben we er veel belang bij dat de verdere ontwikkeling van Europa in een andere, meer sociale richting wordt geleid. Daar past geen euroscepticisme bij, maar wel eurocriticisme. Vanaf het begin heeft Europa een sterk hiërarchisch karakter gehad, waarin maar op beperkte wijze plaats was voor democratie en democratische besluitvorming. Dat heeft er o.m. toe geleid dat bij de sterke opkomst van het marktdenken in de wereld de promotors daarvan dit denken hebben kunnen monopoliseren voor het Europese samenwerkingsverband. En dat daarmee het marktdenken een aantal andere belangrijke waarden lijkt te hebben verdrongen. Er worden wel pogingen gedaan (met name door de vakbonden) om deze situatie te doorbreken, bijvoorbeeld door voor deze andere waarden te lobbyen in Brussel, maar dat lijkt in veel gevallen niet veel meer te zijn dan een druppel op een gloeiende plaat. De vakbonden in Europa (op nationaal en Europees niveau) zijn gebaat bij een doorbreking van het eenzijdige karakter van Europa en Europa is gebaat bij vakbonden die - beter dan welke andere instanties dan ook - hun invloed en macht aanwenden om te komen tot een sociaal Europa, een Europa voor de burgers. Daarvoor is het belangrijk dat vakbonden gebruik maken van alle netwerkmogelijkheden die onze huidige samenleving biedt. Dus ook met de (Europese) ondernemingsraden en andere informatie- en consultatie-organen in de landen van Europa.
Gebruik maken van bestaande activiteiten en netwerken
Gelukkig hoeven we niet alle dingen opnieuw uit te vinden of zelf te organiseren. In de gang naar de nieuwe vakbeweging is Europees vakbondswerk gedefinieerd als een apart aandachtsgebied (naast internationaal vakbondswerk en internationaal solidariteitswerk). Daar gaat dus al heel wat aandacht naar toe. Sinds enige jaren geeft FNV ook een digitale Europa nieuwsbrief uit, waarin - veelal rechtstreeks vanuit Brussel - de belangrijke ontwikkelingen worden gemeld, waar wij als vakbonden mee te maken hebben en krijgen. En verschillende FNV-bonden hebben internationaal en Europees vakbondswerk ook als een belangrijk aandachtsgebied in hun pakket zitten.
Op Europees niveau zijn het de ETUC en enkele ETUFs (bijvoorbeeld industriAll Europe en UNI Europa) die zich bijzonder inspannen om de positie en belangen van de werknemers in Europa beter onder de aandacht te krijgen van de politieke besluitvormers.
Aanbevolen literatuur:
Cohn-Bendit, Daniel en Verhofstadt, Guy (2012):
Voor Europa, De Bezige Bij, Antwerpen
(ook verkrijgbaar als ebook)
Erne, Roland (2010):
European Unions. Labor's Quest for a Transnational Democracy, Cornell University Press, Ithaca/London
Habermas, Jürgen (2013):
Een toekomst voor Europa, Uitgeverij Boom, Amsterdam
Johnson, Steven (2013):
Future Perfect (The Case for Progress in a Networked Age, Penguin Books, London